Column 3 juni 2018
Vier doodzonden van passend onderwijs
Het kwam voor niemand als een verrassing: Het Passend Onderwijs werkt niet(L). Er is weer een toename in het aantal aanmeldingen voor het speciaal onderwijs(H, I). Met één groot verschil ten opzichte van de situatie vóór het Passend Onderwijs: Kinderen zijn zwaarder beschadigd en getraumatiseerd omdat ze flinke klappen hebben gekregen in het reguliere onderwijs(O).
Het idee was prachting, één superschool waar alle lagen van de samenleving vreedzaam naast elkaar leven. De school als weergave van de maatschappij. En hier gaat het al fout. In de maatschappij zijn er veel instellingen die speciale begeleiding bieden aan mensen die dat nodig hebben: Mentale instelling, instellingen voor blinden en slechtzienden, instellingen voor azielzoekers, sociale werkplaatsen, instellingen voor dementerenden en vele andere voorbeelden. Sommige groepen mensen zijn gebaat bij een plek waar ze de zorg en begeleiding krijgen die ze nodig hebben. Die kan je niet de straat op sturen omdat we met z’n allen vreedzaam naast elkaar willen leven. Een schrijnend voorbeeld is de Syrische man die op 5 mei jl.(F) drie mensen in Den Haag neerstak. Signalen zat vanuit zijn directe omgeving dat het niet goed zat met deze man. Toch besloot men deze man niet in een gesloten instelling te plaatsen met alle gevolgen van dien. Soms is de inclusieve samenleving een ideaal dat niet past bij de situatie.
In 2015 al stelde kinderombudsman Marc Dullaert in zijn rapport(D) ‘Werkt passend onderwijs?’ vast dat het concept niet werkt. We zijn nu drie jaar verder en nog steeds is die conclusie actueel. Waarmee ik aankom bij doodzonde 1.
Doodzonde 1: Het werkveld wordt genegeerd
Het werkveld wordt door Den Haag niet serieus genomen. Al voordat de wet in 2014 in werking trad waren er al vele geluiden uit het werkveld dat dit plan niet zou werken(A). Jaar na jaar na jaar verschijnen er rapporten van instellingen als de Algemene Rekenkamer(B), de Onderwijsraad(k), DUO onderwijsonderzoek(c) en de Kinderombudman(D) waarin de zorgen rondom passend onderwijs worden onderstreept. Jaar na jaar blijven er geluiden klinken uit het werkveld dat passend onderwijs niet werkt. Het is roepen in de woestijn.
Doodzonde 2: Zorggeld als appeltje voor de dorst
De transparantie over zorggelden ontbreekt volledig. Dit terwijl het vergroten van de transparatie over bestedingen van zorggelden één van de hoofddoelen van deze interventie was(E). De rekenkamer stelt in het jaarlijkse verantwoordingsonderzoek in 2016 dat het volledig ontransparant is hoe 2,4 miljard euro aan zorggelden zijn besteed(B). 2,4 miljard euro! Dat doet het bonnetje van Teeven verbleken. Oh ja, weet u nog wat voor hem de consequenties waren? En ondertussen neemt het aantal aanmeldingen voor het speciaal onderwijs toe(H). Mogen we dan concluderen dat deze gelden niet juist zijn ingezet? Het Haarlems Dagblad kopte in januari van dit jaar dat miljoenen aan gelden voor passend onderwijs onbenut blijven(J). Scholen hebben een appelje voor de dorst nodig zo schrijft het dagblad. Slob gaat scholen in 2019 verplichten de jaarstukken online te publiceren. Blijkbaar heeft hij geen drukmiddelen om per direct te eisen dat al het opgepotte zorggeld besteed wordt aan diegenen waarvoor het echt bedoeld is. Ik heb maar één boodschap voor iedereen die spaart met gelden van zorgleerlingen: Hoepel op! Wegwezen! Ga je diep, diep schamen! Doe het onderwijs een dienst en vertrek! Ver weg!
Stel, je hebt een moeder die ernstig ziek is. Je brengt je moeder naar een willekeurig ziekenhuis en dat ziekenhuis zegt tegen jou ‘Sorry, we hebben geen budget meer. We moeten sparen van de directeur.’ Je zou stad en land bewegen om je moeder toch geplaatst te krijgen. Dit soort tafrelen zijn onacceptabel. Sparen over de rug van je doodzieke moeder…Schande! En toch is dát precies wat er gebeurt in onderwijsland.
Doodzonde 3: De ouder aan de zijlijn
Als ouder sta je machteloos. Een leger aan experts buigt zich over je kind. Zij zullen wel even uitvinden wat goed is voor jouw kind. Zij hebben immers orthopedagogiek, special educational needs, onderwijskunde of sociaal-pedagogische hulpverlening gestudeerd, dus zij weten precies wat goed is voor jouw kind. De ouder niet. Ouders hebben immers geen zicht op het wangedrag in de klas van zoon- of dochterlief. Zij zijn geen expert. Zij dienen zich nederig op te stellen. Wees blij dat de school zo goed z’n best voor je doet! Wat loop je nou te zeuren dat de school niet genoeg doet voor je kind! Wees dankbaar man! Ik heb uren aan dit plan gewerkt! Hoe durf je zo te klagen!
De markt voor passend onderwijs is exponentieel gegroeid. Ieder samenwerkingsverband heeft toelatingscommissies, beoordelingscommissies, zorgcoordinatoren, regisseurs, procesbegeleiders, orthopedagogen, schoolmaatschappelijk werkers, councelors en vele anderen die in het kader van passend onderwijs hun uurtjes mogen declareren bij het samenwerkingsverband. Daarbovenop-en die markt is nog veel groter-is er de commerciële markt voor passend onderwijs waar flinke pegels worden verdiend in de vorm van dienstverlening, producten, cursussen, boeken, indicatiestellingen en meer. Het is een log, geldverslindend monster geworden. Een monster dat naast geld ook kinderen, docenten en ouders verslindt.
Ouders die een kind thuis hebben zitten weten maar al te goed hoe machteloos je bent als je tegenover een leger experts zit op de school van je kind(M, N). Vaak als één front. Je zit erbij voor de bune, maar een echte rol heb je niet. Je hoort aan wat de experts te zeggen hebben over jouw kind. En moet gelaten toezien hoe je kind onderworpen wordt aan de interventies en experimenten van de experts en semi-experts en je handtekening zetten onder de handelingsplannen of de overplaatsing naar een andere school.
Maar het aller, aller, allerergste van passend onderwijs is de schade die het toebrengt aan de meest kwetsbare kinderen in de samenleving. Dat brengt mij bij doodzonde 4.
Doodzonde 4: De zorgleerling kind van de rekening
Het meest kwalijke vind ik dat de hoofdrolspeler waar het hier over gaat, namelijk het kind, de rekening betaalt van dit mislukte experiment. Zorgleerlingen zijn meestal al beschadigd als ze het reguliere onderwijs binnenkomen. Ze vallen niet voor niets in de categorie zorgleerlingen. Deze kinderen hebben meestal al een lager zelfbeeld of traumatische ervaringen thuis of op hun vorige school meegemaakt. Als kers op de taart mag het kind dan naar het reguliere onderwijs, naar reguliere docenten die regulier lesgeven, want dat willen wij immers als maatschappij. Dan ben je normaal en wie wil er nou niet normaal zijn? Je doet je kind toch niet naar het speciaal onderwijs? Dan ben je toch niet normaal? Nee, wij laten het kind eerst een paar jaar tegen alle muren van het reguliere onderwijs oplopen, net zolang tot het kind zo bont en blauw is dat het niet anders meer kan dan bij het speciaal onderwijs aankloppen. Maar ook het speciaal onderwijs heeft grenzen. “We schrikken er soms echt van hoe de kinderen binnenkomen. Dan kunnen ook wij ze niet alleen helpen en zijn jeugdhulpverleners nodig.” Alsdus Dave Ensberg-Kleijkers, bestuursvoorzitter van Biezonderwijs in het AD(O) in november vorige jaar. Experimenteren doe je met Ipads, niet met kwetsbare kinderen.
Het idee was zo goed, zo zullen velen met mij beamen. De initiatiefnemers hadden de beste bedoelingen. Ook Assad, Mugabe, Kim Jong-Un, Hugo Chavez en Trump hebben allemaal de beste bedoelingen voor hun land (vanuit hun visie), maar hun beleid heeft desastreuze gevolgen voor de bevolking. Mag het dan maar allemaal? Omdat men de beste bedoelingen heeft? Een docent die waardeloos lesgeeft, kinderen kleineert en lage resultaten behaalt, maar dit alles met de beste bedoelingen doet, mag die blijven? Precies.
De oplossing is simpel
Geef de regie terug aan de docent. Luister naar geluiden uit het werkveld. De gebrekkige facilitering van het passend onderwijs wordt door docenten het meest genoemd(N) als oorzaak voor het falen van passend onderwijs. Een van die punten is het tekort aan handen in de klas. Dat hoeft niet altijd een klassenassistent te zijn, soms vraagt een leerling om expertise van een othopedaggog of gedragsspecialist. Als het gaat om opleidingen, cursussen of andere manieren om expertise te vergroten die nodig is om zorgleerlingen goed te kunnen begeleiden, vangen docenten vaak bot. Te duur, of er vallen lessen uit op momenten dat er cursussen gegeven worden en dat mag niet, want dan zou de inspectie weleens boos kunnen worden en daar is de directeur doodsbang voor.
Beleidsmakers en politici moeten zichzelf afvragen waarom ouders niet willen dat hun kind naar het speciaal onderwijs gaat. Wat ligt daaraan ten grondslag? Ga met ouders in dialoog. Ga met het speciaal onderwijs in dialoog. Blijkbaar is het speciaal onderwijs nog geen onderdeel van de inclusieve samenleving die we voor ogen hebben. Hoe zorgen we er voor dat het speciaal onderwijs wel valt onder de noemer inclusieve samenleving? Kunnen we bijvoorbeeld speciaal onderwijsklassen binnen een reguliere school aanbieden? In hetzelfde gebouw? Waarbij wordt gekeken welke vakken ‘speciale’ leerlingen in reguliere klassen zouden kunnen volgen. Maak speciaal onderwijs onderdeel van de inclusieve samenleving.
Oormerk zorggeld, nee, sterker nog, zorg dat het weer aan de leerling vast zit in de vorm van een ‘rugzakje’. Geef ouders meer regie. Passend onderwijsgelden die niet uitgegeven worden moeten direct teruggestort worden naar de rijksoverheid die het geld direct ten goede laat komen aan kinderen die nog wachten op passende zorg. Zo verplicht je samenwerkingsverbanden om het geld echt te besteden aan hulpbehoevenden en niet te gebruiken om rente te trekken.
Zet ouders in als expert. Degene met het meeste kennis over de zorgleerling is de ouder zelf. Natuurlijk zijn er ouders die het aan ieder inzicht ontbeert, maar dat geldt niet voor de gemiddelde ouder. Laat ouders formuleren wat het beste is voor hun kind en zet de kennis van het leger aan experts binnen het samenwerkingsverband in om dat te faciliteren. Wijs een onafhankelijk expert aan een ouder toe. Iemand met kennis van pedagogisch/didactische zaken die opkomt voor de ouder en helemaal losstaat van het samenwerkingsverband. Iemand die scholen een spiegel kan voorhouden als dat aan de orde is. Soms ligt het probleem niet bij de leerling. De ouder is expert op het gebied van het eigen kind, maar het onderwijssysteem is voor velen van hen een black box. Daar gaat het vaak fout. Ouders krijgen de kans niet om mee te kijken in de klas en te zien óf school het allemaal wel goed doet. De waarneming van het wangedrag in de klas wordt maar door één partij, de school, gedaan en vervolgens gecommuniceerd naar de ouders. De school is in dit geval keurmeester van z’n eigen vlees. Ouders moeten de school maar geloven als ze zeggen dat het echt niet gaat in de klas en dat het aan hun kind ligt en niet aan (het gebrek aan) de kennis en kunde van hun leerkracht die het toch al zo druk heeft. Als ze daar niet in geloven is er sprake van een vertrouwensbreuk en moeten ze maar een andere school kiezen die ze wél vertrouwen. Dit spelletje wordt vaak zo gespeeld en ouders trekken doorgaans aan het kortste eind(M, N).
De essentie is communicatie
We hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen, maar we praten langs elkaar heen. We horen elkaar niet ècht. OCW hoort de docenten niet, de docenten horen de ouders niet, de leraren horen de leerling niet. We knikken allemaal ja en amen en we zijn allemaal heel erg met elkaar begaan als we tegenover elkaar zitten, maar uiteindelijk vergeten we de essentie van de boodschap zodra de waan van de dag zich weer aandient. Doodzonden 1, 2 en 3 hebben allemaal met communicatie te maken. Laten we inzetten op heldere communicatielijnen tussen alle betrokken. Daar moeten we wat voor doen, want nu werkt het niet naar behoren(G). Misschien moeten we een deel van het passend onderwijslegioen vervangen door een aantal communicatiespecialisten die structureel trainingen geven op scholen en organisaties verbonden aan het onderwijs (Dus ook OCW). Want of je het met mijn betoog eens bent of niet, ik ben ervan overtuigd dat we het over één ding in iedergeval wèl eens zijn: Passend onderwijs moet beter. Ieder kind heeft recht op onderwijs dat bij hem of haar past en gek genoeg staat passend onderwijs een hoop kinderen die mogelijkheid in de weg.
Recente reacties