Column 7 maart 2018
Nederlandse onderwijs toekomstbestendig?
Wat gebeurt er als de leraar een leraar blijft en geen coach? Wat gebeurt er als we niet meer praten over 21st century skills, maar leerlingen gewoon leren welke vaardigheden nodig zijn om te functioneren in deze maatschappij? (Zoals het al eeuwen gebeurt op scholen) Wat gebeurt er als we praten over ‘betrokkenen’ in plaats van ‘stakeholders’? Wat gebeurt er als leraren de regie blijven houden in het leerproces van leerlingen en niet de leerling zelf? Wat gebeurt er als leerlingen les krijgen in vakken die ze geen donder interesseren? Wat gebeurt er als leerlingen klagen over een saaie leraar? Wat gebeurt er als we leerlingen gewoon lesgeven in Nederlands, wiskunde, maatschappijleer, Engels en andere vakken die al decennia de basis vormen binnen het Nederlandse curriculum? Wat krijgen we dan voor mensen? Zondigen wij als onderwijs als wij niet minstens aandacht besteden aan 21st century skills, flipped classroom, differentiëren, stakeholders, de leerling centraal, individuele leerroutes, eigenaarsschap, scrum, special educational needs, scrambled eggs, blended learning en de rest van het Engelse woordenboek?
Hoe functioneert ú vandaag de dag in deze ‘Snel veranderende wereld’? Hoe weet ú iedere dag weer te overleven in deze zeer complexe maatschappij waarin technologie (schijnbaar) de boventoon voert? Hoe lukt ú dat zónder dat u tijdens uw schooltijd te maken heeft gehad met alle eerder genoemde terminologie? Met die ‘ouderwetse’ opleiding die u vroeger heeft genoten? Opgehokt in overvolle klaslokalen met een leraar die u parate kennis aanreikte die u gewoon uit het hoofd moest leren en een week later weer moest uitkotsen op een proefwerkblaadje? Hoe bestaat het dat ú nog kan meedraaien in dit digitale tijdperk! Hoe kan het dat Arie Slob, Sander Dekker, Ingrid van Engelshoven en Jet Bussemaker zo goed hun weg weten te vinden deze online samenleving terwijl ze zelf (op Sander na) nog uit een tijd komen waarin de liniaal nog wel eens werd gebruikt als pedagogisch hulpmiddel in plaats van meetinstrument? Hoe bestaat het toch dat politiek en bestuurlijk Nederland voor het grootste deel gerund wordt door mensen die zo’n ouderwetse opleiding hebben genoten? Hoe bestaat het dat u zo goed online uit de voeten kan terwijl het woord online tijdens uw schooltijd nog niet eens bestond? Hoe bestaat het dat u online kan bankieren, de aangifte digitaal doet en via Marktplaats, Wehkamp, Bol en Alibaba producten bestelt en zelfs vanuit uw auto uw thermostaat met uw telefoon alvast een graadje hoger zet zodat u in een verwarmd nestje thuiskomt? Wie heeft u dat allemaal geleerd?
Wat gebeurt er als we alle 21ste eeuwse poespas links laten liggen, zelf de regie blijven houden in het klaslokaal, leerlingen in klassenverband kwalitatief goed Nederlands, Engels, maatschappijleer en wiskunde onderwijzen en ouders niet als Big Brother via Magister, Som of ander leerling(achter)volgsysteem laten meegluren in het klaslokaal? Gaan wij dan ten onder als BV Nederland of komt het net als bij u en bij mij best wel goed? Weet u het?
Recente reacties