IQ-testen verhullen kansenongelijkheid

“Vroeger was het voldoende om rijke, witte ouders te hebben met een protestantse achtergrond. Dan wist je zeker dat je goed terecht kwam. In de jaren ’60 veranderde dat. Toen werd het belangrijk om ook nog eens goede toetsscores te behalen. Het zou gelijke kansen bevorderen. En het lijkt door de IQ-testen en SAT’s alsof het systeem eerlijker is geworden, maar dat is niet waar. Kinderen uit welgestelde gezinnen scoren beter dan kinderen uit arme gezinnen. Door de toetssystemen is er een soort meritocratisch laagje over de kansenongelijkheid heen gekomen. Als je veel feitenkennis hebt wil dat nog niet zeggen dat je later een nuttige bijdrage aan de maatschappij levert. Ik denk dat het belangrijk is dat het onderwijs aandacht besteedt aan ethiek (wisdom). Anders leiden we wéér een generatie leiders op die alleen aan zelfverrijking doet ten koste van de mensheid en de aarde.” Ik praat met Sternberg over zijn Theory of Successful Intelligence. Over het belang van een verschuiving van een nadruk op feitenkennis naar de nadruk op ethische kennis voor het behoud van onze planeet. Als geen ander was hij een voorvechter voor kansengelijkheid in het onderwijs.