Digitale geletterdheid is basisrecht van iedere Nederlander
Door Thijmen Sprakel
Docent & redacteur EduKitchen.nl
Inleiding
We weten het allemaal: de wereld digitaliseert en automatiseert in een razendsnel tempo. Zo snel dat vele mensen hun baan kwijtraken aan software en robots en helaas niet beschikken over de juiste digitale vaardigheden om voor een andere baan binnen hetzelfde bedrijf in aanmerking te komen. Neem als recent voorbeeld de belastingdienst en de vele banken waar grote groepen werknemers worden vervangen door een veel kleinere groep ICT/IT-professionals1. En dan praten we over het nu. Een rapport van Oxford University2 stelt dat binnen 20 jaar tijd 47% van de banen in de Verenigde Staten vervangen kan worden door computers. Er komen andere banen bij in de toekomst volgens de WRR3 en USG People3a. Banen die we nu nog niet kennen. Deze banen zijn echter niet beschikbaar voor laagopgeleide mensen of mensen zonder ICT-vaardigheden. Deloitte4 stelt dat op dit moment 286.000 studenten op het mbo, hbo en wo worden opgeleid voor banen die binnen 10 tot 20 jaar verdwijnen. Op het MBO, HBO en WO gaat het om respectievelijk 42%, 19% en 10% van de studenten.
Als beste wapen tegen de robotisering en automatisering noemt Citi5 investeren in onderwijs, vervolgens ondernemerschap stimuleren en op een gedeelde derde plaats werknemersbeleid maken en het financieren van research en innovaties gericht op banencreatie. Op de eerste plaats dus investeren in onderwijs. Waarin geïnvesteerd moet worden binnen het onderwijs wordt niet duidelijk in het rapport, maar er wordt wel gewezen op het toenemende belang van creativiteit en probleemoplossend denkvermogen in toekomstige banen. Creativiteit en probleemoplossend vermogen zijn vaardigheden die in principe bij ieder schoolvak aandacht kunnen krijgen, maar juist bij een vak als computational thinking en informatica de hoofdrol spelen.
i&i conferentie
De vakvereniging i&i voor informatica en digitale geletterdheid pleit al jaren voor meer aandacht voor informatica en digitale geletterdheid op scholen. Dit doet de vereniging door actief de dialoog te voeren met scholen, beleidsmakers, bedrijven en andere organisaties. Op woensdag 19 april was het weer tijd voor de jaarlijkse i&i conferentie waar ict-professionals, docenten, beleidsmakers en anderen elkaar ontmoetten om te praten over voorgenoemde thema’s. Het decor was dit keer het Victor J. Koningsbergergebouw op de campus van de Universiteit van Utrecht. Een gebouw dat recht doet aan eigentijds onderwijs: ruim opgezet met moderne uitnodigende losstaande cirkelvormige werkplekken met ruimte voor 6-8 personen, veel licht, zachte eenvoudige kleuren en hoekjes en nisjes waar studenten kunnen ontspannen en werken aan hun toekomst.
Opening conferentie
Om 10 uur ’s ochtends vulde de zaal zich met 147 deelnemers. De conferentie werd geopend door Aad van der Drift, secretaris van de i&i vakvereniging. Hij benadrukte het belang van het vak informatica en lessen in digitale vaardigheden op scholen. Aad kondigde aan dat de overheid de vakvereniging i&i een subsidie heeft toegekend om een aantal docenten in Nederland een aantal uren per week uit te roosteren zodat ze kunnen helpen met het ontwikkelen van een programma digitale didactiek en informatica op middelbare scholen. Geïnteresseerden kunnen zich bij hem melden (info@ieni.org).
Keynote speech door Miles Berry
Na de opening was het woord aan Miles Berry, Principal lecturer in computing Education aan de universiteit van Roehampton. Voor het woord computing bestaat nog geen eenduidige vertaling. Computing bevat in ieder geval de volgende elementen: Computer science, information technology en digital literacy. Miles Berry houdt zich onder andere bezig met de rol die computers en devices in het onderwijs kunnen spelen en hoe scholen kunnen werken aan digitale geletterdheid bij leerlingen. Hij is nauw betrokken geweest bij het opstellen van eindtermen voor computational thinking in het nationale curriculum van het Verenigd Koninkrijk.
Miles Berry gaf het publiek een overzicht van de ontwikkeling van taal, het schrift en hulpmiddelen die ontwikkeld werden om het schrift te faciliteren. Zo nam hij ons mee van de eerste tablet uit de tijd van de oude Egyptenaren tot de meest recente tablet uit de tijd van de moderne Amerikanen.
Digital Natives en digital immigrants
Het woord digital natives werd ook door Miles benoemd en toegelicht. Mark Prensky6 schreef er voor het eerst over in 2001. Dit woord verwijst naar leerlingen die in het digitale tijdperk zijn geboren en daarmee opgroeien of zijn opgegroeid met moderne technologie zoals mobieltjes, tablets en computers. Een harde leeftijdsgrens is er niet, maar moet ergens gezocht worden begin jaren tachtig. Mensen die niet in het digitale tijdperk zijn opgegroeid noem Prensky digital immigrants. Als leerlingen onder de noemer digital native vallen betekent het niet automatisch dat ze beschikken over de juiste digitale vaardigheden om aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Het is een misvatting te denken dat leerlingen van nature beschikken over de juiste digitale vaardigheden aldus Miles. Ook Remco Pijpers, strategisch adviseur digitale geletterdheid bij Kennisnet hanteert deze opvatting. Het gros van de leerlingen gebruikt nieuwe technologie om toegang te krijgen tot Facebook, Snapchat, Instagram of andere sociale media. Slechts een kleine groep leerlingen is in staat de computer en andere moderne technologie in te zetten om problemen en vraagstukken op te lossen.
Wereldwijd onderzoek naar digitale geletterdheid bij tweedejaars leerlingen in het voorgezet onderwijs7 heeft aangetoond dat het merendeel van deze leerlingen niet beschikt over informatievaardigheden en derhalve niet in staat is informatie op waarde te schatten, meerdere bronnen te kunnen raadplegen, informatie te beheren of kennis heeft van regels omtrent plagiaat en auteursrecht. Er bestaat een sterke correlatie tussen leerwegen en digitale geletterdheid. Vooral op het praktijkonderwijs en vmbo is het niveau onder de maat, maar ook op havo- en vwo-niveau zijn er nog inhaalslagen te maken.
Computers leren van kinderen
Miles Berry ziet kinderen niet als objecten die door computers worden volgestampt metinformatie, maar eerder andersom. Het is het kind, de leerling, die de computer aanwijzingen geeft, op zoek gaat naar informatie en data in de computer stopt zodat de computer daarop kan inspelen. Deze manier van denken wordt aangemoedigd bij leerlingen op scholen in het Verenigd Koninkrijk die sinds 2014 werken met een nieuw curriculum waarin Computational Thinking is opgenomen.
Van consumenten naar creators
Er is een shift gaande waarin de mens de rol van ‘creator’ krijgt in plaats van consument. Hiermee bedoelt Miles niet dat mensen nu zelf devices gaan maken, maar wel in staat zijn zelf digitale content te creëren. Denk aan blogs, vlogs, websites, apps, forums en open source software (Umbuntu, Moodle, Open Office en meer). Mensen zijn in staat zelf een online werkelijkheid te creëren in plaats van dat deze voor hen wordt gemaakt. Miles vat deze shift samen in onderstaand figuur.
Een filmpje waarin een Amerikaans-Chinese arts hardhandig een vliegtuig werd uitgewerkt heeft verregaande consequenties gehad voor de luchtvaartmaatschappij United Airlines. Het aandeel kelderde 4% na het incident8 en het haalde de voorpagina’s van alle kranten wereldwijd en Oscar Munoz9 (CEO) kan fluiten naar een promotie binnen het bedrijf. Dit omdat iemand het incident filmde en online publiceerde. De moderne technologie geeft de ‘gewone’ burger enorme macht omdat deze een stem krijgt en gezien en gehoord wordt online.
Google
De digitalisering van de samenleving die nu gaande is brengt behalve kansen ook bedreigingen met zich mee, voornamelijk voor degenen die niet vaardig zijn in het inzettenen gebruiken van digitale middelen en onlinebronnen.Als voorbeeld noemde Miles Berry de macht van Google. Voor de meeste mensen op aarde de standaard zoekmachine. Dit betekent dat Google grote macht heeft in het beïnvloeden van de publieke opinie. Google kan namelijk bepalen welke resultaten als eerste naar boven komen in de zoekmachine. Hoe verder een website staat in de resultatenlijst, hoe kleiner de kans is dat deze bekeken wordt. Google maakt dankbaar gebruik van de zoekopdrachten die mensen intikken. Aan de hand hiervan worden profielen van gebruikers gemaakt en kunnen advertenties worden aangeboden die aansluiten op de interessewereld en smaak van de gebruiker. Door het linken en verkopen van profielen aan commerciële partijen verdient Google miljarden. Om deze reden is het gebruik van de zoekmachine ‘gratis’. Het is belangrijk mensen bewust te maken van dit soort constructies en verdienmodellen zodat ze niet veranderen in informatiezombies en consumenten van producten en diensten die Google (en derden) ze onbewust aansmeert. Google is een Amerikaans bedrijf en Amerika heeft een bepaalde kijk op de wereld. Als je bijvoorbeeld Baidu.com, de grootste zoekmachine in China, gebruikt krijg je een heel ander beeld van de wereld (als je Chinees kan lezen).
Digitale inclusiviteit
Miles besloot zijn presentatie met de opmerking ‘Everybody has the right to be digital literate’. Dit sluit helemaal aan bij de visie van de beleidsmakers in Nederland: Onderwijs moet het voorbeeld zijn van kansengelijkheid. In ‘De staat van het onderwijs 2015/2016’ wordt gesproken over een grote mate van kansenongelijkheid in het onderwijs10. Er wordt hier echter mee bedoeld dat kinderen met rijke ouders of/en een hogere opleiding meer kansen krijgen in het onderwijssysteem dan kinderen met ouders in een lage inkomensklasse of lage opleiding. Miles Berry, de vakvereniging i&i en ik persoonlijk pleiten voor een sterkere focus op digitale vaardigheden in het gehele Nederlandse onderwijs zodat leerlingen in ieder geval de kans krijgen volwaardig mee te doen op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Ook dit valt onder de noemer kansengelijkheid.
Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs
Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) heeft de eerste kaders geschetst voor eindtermen in het voortgezet onderwijs. In een interactieve workshop van Jos Tolboom en Victor Schmidt werden de eerste resultaten gepresenteerd. Victor liet aan de hand van een praktijkvoorbeeld zien hoe veelzijdig en vakoverstijgend digitale geletterdheid is. Het hoeft geen losstaand vak te zijn, maar kan prima geïntegreerd worden met andere vakken aldus Victor Schmidt. Tijdens de workshop die door een groep van 15 onderwijs- en ICT-professionals werd bezocht werd stevig gedebatteerd over de struikelblokken waar men tegenaan loopt bij het implementeren van digitale vaardigheden op scholen. Het heeft meestal niet de prioriteit van bestuurders; het is immers geen verplicht vak en de vakken die wél verplicht zijn behoeven meer aandacht, want daar let de inspectie op. Daarnaast hebben veel ICT-coördinatoren te maken met collega’s die zelf nauwelijks vaardigheden hebben op ICT-gebied, is er geen scholingsbeleid, zijn de randvoorwaarden niet op orde of is er gebrek aan visie bij de schoolleiding op dat vlak. De resultaten van het ICILS-rapport7 laten een vergelijkbaar beeld zien. De randvoorwaarden voor succesvol ICT-beleid- en gebruik zijn door Kennisnet gevat in het vier-in-balans-model zoals weergegeven in onderstaand figuur.
Struikelblokken bij implementeren digitale geletterdheid in onderwijs
ICT-coördinatoren en -docenten hebben vaak te maken met een groep docenten die geen zin hebben in nog meer taken op hun overvolle bordje, met docenten die niet of nauwelijks beschikken over digitale vaardigheden of ze hebben te maken met gebrekkige facilitering op hun eigen onderwijsinstelling. Om te voorkomen dat het onderwerp digitale geletterdheid stuit op weerstand onder personeel omdat ze vrezen voor meer taken of gebrek aan kennis kan er gekozen worden een groep innovators of experts binnen de school verantwoordelijk te maken voor digitale geletterdheid op school. Deze innovators of experts kunnen docenten en leerlingen begeleiden bij het implementeren van digitale vaardigheden in hun onderwijs of leerproces. Dit hoeft niet ingewikkeld te zijn. Zo kunnen docenten hun leerlingen bijvoorbeeld vragen of ze hun werk presenteren middels een zelfgemaakte website, een filmpje maken over een onderwerp, gebruik maken van een specifieke app, een online tekstverwerker gebruiken, meerdere onlinebronnen gebruiken én daar correct naar refereren in een verslag of werkstuk of in de cloud informatie delen en bewerken met docenten en medeleerlingen. Geen hogere wiskunde, maar wel voorbeelden van digitale vaardigheden die bijdragen aan digitale geletterdheid. Daarnaast is het belangrijk dat docenten in opleiding tijdens hun studie wordt gewezen op de invloed die zij kunnen uitoefenen op het stimuleren van digitale vaardigheden bij leerlingen en daarnaast handvatten krijgen bij de uitvoering daarvan.
Op de conferentie waren vele partijen aanwezig die producten kwamen promoten ten behoeve van digitaal onderwijs. SLB-diensten, Microsoft Hololens, VO-content, Instruct en vele anderen. Er was een uitgebreid aanbod aan sprekers op velerlei gebieden. Zo presenteerde de universiteit van Twente een lesprogramma voor de bovenbouw vwo waarbij leerlingen een sociale robot leren ontwerpen en waren er workshops met de Arduino (microcomputer) en lieten Sander van Acht en Michael van Ast zien wat de mogelijkheden zijn van VR (virtual reality) in het middelbaar onderwijs. Op de conferentie waren voorbeelden te bewonderen van zelfgebouwde drones, 3D-geprinte voorwerpen en hippe gadgets bij de stand van Activegroup. De gastronomie was uitstekend en de gastvrouwen van i&i zorgden voor een warm welkom en een dito vertrek.
Weinig vrouwen
Er zijn nog grote slagen te maken als het gaat om vrouwen in de ICT- en informaticabranche zo bleek maar weer eens tijdens de conferentie. Het deelnemersveld bestond voornamelijk uit mannen. Ook de leeftijd viel op. In mijn optiek lag de gemiddelde leeftijd boven de vijftig jaar. Opvallend dat de jongere generatie, waarvan men doorgaans hogere verwachtingen heeft op ICT-gebied dan van de oudere, zo ondervertegenwoordigd was. Het geeft de problemen weer waar veel scholen mee kampen: gebrek aan jong ICT- en informaticatalent.
De wereld aan je voeten
Als je een opleiding informatica gedaan hebt, dan ligt de wereld aan je voeten. Bedrijven in Nederland en het buitenland zitten te springen om informaticatalent, van financiële technologiebedrijven tot de cyberpolitie, van de belastingdienst tot Airbnb, van Google tot Apple: kies maar. Waarom zou je kiezen voor een mager salaris, hoge werkdruk, collega’s met wie je niet kan sparren op ICT-gebied, rigid and slow versus lean and agile, schoolleiders die niet weten waar de afkorting ICT voor staat, weinig carrièreperspectief en pubers die ongemotiveerd zijn en een steeds kortere spanningsboog hebben? Informaticadocenten zijn net als wiskundedocenten een schaars goed in Nederland. Scholen moeten concurreren met techgiganten als Google en Microsoft bij het werven van nieuw informatica- en ICT-personeel. Dat is bijna onbegonnen werk.
Bijscholen docenten
Het antwoord moet komen uit het eigen docentenbestand van scholen. Zorg ervoor dat ICT- en informaticaopleidingen toegankelijker worden voor docenten (boodschap aan beleidsmakers en opleidingsinstellingen). Dat men niet eerst vier jaar lang een universitaire bachelor informatica moet volgen en dan nog eens masterdiploma moet behalen om vervolgens les te mogen geven op een kennisniveau dat vele malen lager ligt. Feline Hermans, assistent professor aan de TU Delft zegt dat alle eerstejaars studenten informatica vanaf niveau nul beginnen op de universiteit. Je kan dus zonder enige informaticakennis een start maken met de opleiding informatica. Wiskunde is wat dat betreft handiger om te beheersen. Een opleidingstraject op maat voor docenten die willen bijscholen in informatica of digitale geletterdheid lijkt hier het juiste antwoord op het tekort aan ICT- en informaticadocenten. Als de zwaarte en de inhoud van de informaticaopleiding zich zou aanpassen aan het niveau dat werkelijk nodig is om les te geven op een vo-school, dan is het tekort aan ICT- en informaticadocenten zo weggewerkt. Ik zou mij morgen inschrijven voor de opleiding.
Nieuws uit Den Haag
Op 20 april heeft een aantal partijen uit de Tweede Kamer (VVD, CDA, D66 en Groenlinks) middels een motie de regering gevraagd digitale geletterdheid aan het nationale curriculum van basis- en middelbare scholen toe te voegen. Bij stemming kon de motie op steun van de politieke meerderheid rekenen. Onder andere de PvdA, ChristenUnie, de SP en 50 plus schaarden zich achter de motie.Jarenlang wordt er al gedebatteerd over dit onderwerp. Huidige (digitale) ontwikkelingen op de arbeidsmarkt dwingen de regering hierop in te spelen. Demissionair of niet, het kabinet moet nú aan de slag met dit thema.
Deelnemen aan de discussie
Om het informaticaonderwijs en het onderwijs in digitale vaardigheden verder te ontwikkelen is het belangrijk dat docenten in de hele onderwijssector zich uitspreken over het te ontwikkelen programma. SLO heeft een eerste voorstel gedaan voor leerlijnen digitale geletterdheid in het basis- en voortgezet onderwijs. De leerlijnen zijn te vinden op de site van SLO. Aan eindtermen wordt op dit moment gewerkt door SLO en de universiteit Twente.
Trends komen en gaan in het onderwijs. Als het gaat om de digitalisering van de samenleving en de arbeidsmarkt, dan kan met zekerheid gezegd worden dat dit proces nooit zal stoppen (eerder versnellen) en van verregaande invloed zal zijn op het leven van ons allen. The internet of things, wearables, VR en AR, zelfrijdende auto’s, allemaal ontwikkelingen die binnen nu en vijf jaar prominent aanwezig zullen zijn in het dagelijks leven. Wat er over tien jaar komt, daar kunnen we alleen maar over fantaseren. Maar wat i&i betreft is er weinig fantasie voor nodig om het Nederlandse onderwijs meer toekomstbestendig te maken. Zowel SLO als de vakvereniging i&i nodigen docenten uit om deel te nemen aan de discussie omtrent digitale geletterdheid in het Nederlandse onderwijs. Bezoek hun website, word lid van i&i of stuur jouw visie over informaticaonderwijs of onderwijs in digitale geletterdheid naar één van beide organisaties. Het ontwikkelen van leerlijnen en eindtermen staat nog in de kinderschoenen. Dit is een perfect moment om mee te doen met de discussie en écht verschil te maken. Sluit je nu aan bij de voorhoede!
Recente reacties